Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij [33]begenadigde; de Heere [is] met u; gij [zijt] [34]gezegend onder de vrouwen. 33. Dat is, die bij den Heere genade gevonden hebt, gelijk daarna de engel verklaart, vs.30. 34. Namelijk omdat gij de eer en den zegen van God uit genade zult hebben, dat gij de moeder zult zijn, die den Messias ter wereld zal brengen. Zie vs.42,43.